Interessante weetjes

Als logopediste krijg ik regelmatig vragen van (bezorgde) ouders i.v.m. gebruik van fopspeen, taalontwikkeling, taalstimulatie, eten en drinken,...

Ik zal hier regelmatig interessante weetjes posten over dagdagelijkse vragen die ik krijg. Zit je zelf met een vraag en vind je hier niet de juiste informatie terug? Aarzel dan zeker niet om mij te contacteren via het contactformulier of via mail.

BIBS speentjes: wat nu?

Ik krijg regelmatig de vraag: "Jolien, hoe zit het nu met de BIBS tutjes? Zijn die echt niet goed of is dit een fabeltje?"

Er is momenteel nog geen exact wetenschappelijk onderzoek naar de gevolgen van BIBS speentjes. Dat is duidelijk.

Maar wat weten we dan wel? Liefst met zekerheid.

Er is een wetenschappelijke studie gedaan naar het gebruik van orthodontische spenen vs andere spenen. Daaruit kan geconcludeerd worden dat bij het gebruik van een orthodontische speen, er een verminderde open beet is, minder open mondgedrag, een beter slikpatroon en minder grote problemen op vlak van spraak. MAAR ook hier is het belangrijk om mee te nemen dat geen enkele speen goed is. En als je een orthodontische speen langdurig en regelmatig gebruikt, zal je op termijn ook problemen hebben.

Mogen we dan absoluut geen speen meer geven? NEE

Sommige baby's hebben een zeer sterke zuigreflex en zuigbehoefte. Het is dus voor deze baby's een rijkdom om een fopspeen te geven. Die zuigbehoefte neemt af rond de leeftijd van 3 maanden en dat is het moment waarop een fopspeen ook kan afgebouwd worden.

Lukt dit niet op de leeftijd van 3 maanden? Dan is het belangrijk dat jouw kindje niet dag & nacht een fopspeen in de mond heeft. Deze zorgt namelijk voor een lage tongpositie in rust, open mondgedrag en een infantiel slikpatroon. Hoe minder vaak en hoe minder lang, hoe beter.

En wat nu met de BIBS tutjes?

Het verschil met andere fopspenen zit hem voornamelijk in de grote bol. Bij BIBS bestaat de speen uit natuurrubber. Deze wordt groter wanneer je hem langdurig gebruikt. Het bolletje aan het einde wordt steeds groter en hoe groter die wordt, hoe schadelijker. Door deze grote bol kan de kaak versmallen en ontstaat er een duidelijke overbeet.

Taalstimulatie

'Jolien, mijn zoontje/dochter zegt nog niet veel. Kan ik dit stimuleren?"

Kinderen leren taal voornamelijk via dagdagelijkse gesprekjes (met hun ouders, opvoeders, juffen/meesters,...). Het is daarom belangrijk om zoveel mogelijk tegen jouw kind te praten.

Zorg voor spreeksituaties. Lok gesprekjes uit door:
- Te praten over wat jouw kindje hoort, ziet, toont,...
- jouw kind ook spreekruimte te geven. Jij hoeft niet altijd aan het woord te zijn maar probeer jouw kind ook eens uit z'n tent te lokken.
Geef het goede voorbeeld:
- Praat rustig (niet te snel).
- Gebruik een correcte taal (geen dialect, geen babytaaltje).
- Pas jouw taalgebruik aan aan het kind (net 1 niveau hoger dan wat het kind al kan).
Geef zoveel mogelijk positieve bevestiging wanneer jouw kind iets zegt. Het hoeft niet altijd correct te zijn maar door jouw positieve aanmoedigingen, wordt jouw kind zelfverzekerd.
Neem tijd en luister naar jouw kind. Wanneer jouw kindje merkt dat zijn verhaal of vraag er echt toe doet, gaat hij/zij meer durven vertellen. Het is ook belangrijk om niet onmiddellijk in te gaan op een gebaar maar wacht even. Soms gebruiken kinderen uiteindelijk taal om zich uit te drukken.
Dwing jouw kindje niet om te vertellen wat er gebeurd is. Het is voor kinderen heel moeilijk om te vertellen wat ze allemaal gedaan hebben. Indien ze dat wel willen, dan zullen ze dit spontaan vertellen.
Beschouw jouw kind als een volwaardige gesprekspartner met een grote behoefte aan een volwaardig, genuanceerd en rijk taalaanbod.
Ga tijdens het spelgebeuren op ooghoogte zitten zodat jouw kindje het gevoel krijgt dat jullie samen spelen. Probeer ook taal aan te bieden dat 1 niveau hoger ligt dan dat van het kind.
Corrigeer jouw kind niet rechtstreeks maar herhaal wat hij/zij gezegd heeft in een correcte vorm. Het is niet fijn om als kind telkens te horen te krijgen wat ze niet juist zeggen.